Soms gebeurt het nog wel eens: een ontmoeting met iemand die Justin heeft gekend. Romy zocht voor het eerst contact in 2020. Onlangs hebben we elkaar gesproken, omdat ze graag haar herinneringen aan mijn broer wil delen.
Ze woont in een dorpje vlakbij Breda. In de gang van haar nieuwbouwappartement zie ik dat de kasten vol staan met cd’s. ‘Mijn man heeft altijd een eigen drive-inshow gehad,’ vertelt ze. In haar verhalen komt hij vaak terug. Ze zijn nog steeds samen, ondanks alle ellende die ze hebben meegemaakt in hun leven.
Romy is 63 jaar en oppas-oma. Haar kinderen en kleinkinderen zijn de reden dat ze er nog is. Vlak na de geboorte van haar eerste zoon kreeg ze een heftige depressie. Met hulp van therapeuten kwam ze erbovenop, maar in 2005 ging het weer mis. Ze was toen 45 en deed een zelfmoordpoging.
‘Ik maakte me altijd zorgen over mijn kinderen en in wat voor wereld ze leefden,’ vertelt ze. ‘Ik kan goed luisteren, maar nam de problemen van een ander op mijn schouders. En ik zorgde slecht voor mezelf, at ongezond, rookte veel. Ik had weinig sociale contacten en raakte in een isolement. Ik slikte pillen. Niet omdat ik mijn dierbaren echt wilde verlaten, het was meer een hulpvraag die ik zelf niet meer kon stellen.’
Niet helemaal open
Op de Paaz, de psychiatrische afdeling van het ziekenhuis, kwam Romy terecht in een groep met ongeveer tien medepatiënten. Na enkele weken voegde zich daar een nieuwe jongen bij. Romy was meteen van hem onder de indruk. ‘Ik dacht: wat een mooie knul,’ zegt ze. ‘Donker getint, lang, goed gekleed. En rustig, hij was niet iemand die vloekte en tierde, zoals daar veel gebeurde.’
Justin deed haar denken aan haar eigen zoon, die ongeveer net zo oud was. ‘Ik schrok van het idee dat jonge mensen ook zo met zichzelf in de knoop kunnen liggen en dacht: dat kan mijn kind ook overkomen.’
De therapieën bestonden uit gespreksgroepen, sporten en creatieve bezigheden zoals muziekles. Het viel Romy op dat Justin zich tijdens de sessies niet helemaal opende. ‘Hij deed goed mee, maar gaf vooral antwoorden waarvan hij dacht dat de hulpverlener die wilde horen,’ vertelt ze.
Buiten de therapieën om, bijvoorbeeld aan de lunchtafel, liet hij wel wat meer van zichzelf zien. Dan vertelde hij over zijn vriendengroep, de opleidingen die hij had gevolgd en dat hij graag sportte. ‘Maar het leek of hij alleen maar het mooie verhaal vertelde,’ zegt Romy. ‘Het enige wat hij wel eens zei, was dat hij zijn vader zo miste.’
Elk jaar twijfel
Na drie maanden intern ging Romy deeltijdtherapie volgen en zag ze Justin alleen nog af en toe. De laatste keer dat ze elkaar tegenkwamen, zal voor altijd in haar geheugen gegrift staan. ‘Ik had de neiging door Breda te gaan dwalen. Op een van die tochten zag ik Justin. Ik weet niet meer waar het was, ergens in een buitenwijk. Hij was in zichzelf gekeerd. We keken elkaar aan en liepen door. Achteraf dacht ik: had ik hem toen maar aangesproken.’
Een paar dagen later werd medegedeeld dat Justin er een einde aan had gemaakt. Hij was de tweede uit de groep – een week ervoor had een vrouw van middelbare leeftijd ook suïcide gepleegd. Romy was erg ontdaan. ‘Justin was veel te jong om zoiets op zijn schouders te dragen en ons te verlaten.’
Ze is even stil. ‘Ik, eh..’ Ze leunt achterover en zwaait haar armen omhoog, om aan te geven dat het haar te veel wordt. Kort daarna herpakt ze zich weer. ‘Een paar weken na zijn dood heb ik zijn overlijdensadvertentie opgevraagd bij de krant. Zo kom ik op jullie namen. Elk jaar op zijn sterfdag dacht ik aan hem en wilde ik jullie benaderen, maar ik deed het nooit.’
Het masker af
Nu, bijna zeventien jaar later, is het moment toch daar. ‘Ik heb Justin in mijn hart gesloten en zal hem mij blijven herinneren als een bijzonder mens,’ schreef ze in 2020 al in een berichtje via Facebook. ‘Hopelijk kan ik wat meer inzicht geven in hoe hij de laatste weken van zijn leven heeft doorgebracht.’
Het gaat nu goed met Romy. Ze doet vrijwilligerswerk, probeert creatief bezig te zijn en neemt rust als dat nodig is. De dood van Justin is in zekere zin een redding voor haar geweest, zegt ze. ‘Ik keek naar mijn eigen kind en dacht: jij bent veel te jong, jij kunt mij nog niet missen. Ik heb de keuze om iets van het leven te maken. Toen heb ik besloten mijn masker volledig af te zetten en ervoor te gaan.’
Op verzoek is de naam Romy gefingeerd.
In 2020 ben ik begonnen met een onderzoek naar het leven van mijn broer Justin, die in 2005 een einde aan zijn leven maakte. Over het proces plaats ik af en toe een blog. Wil je op de hoogte blijven? Volg me via Instagram.